Introduction

Groene vingers #2: Tips voor een groene én onderhoudsarme tuin

Groene vingers #2: Tips voor een groene én onderhoudsarme tuin

Groene vingers of niet, meer groen in je tuin heeft veel voordelen. Het draagt bij aan een prettige woonomgeving, het is goed voor vogels en insecten en is beter bij extreme weersomstandigheden. In een groene tuin kan water bij hevige regenbuien beter weg zakken, de grond houdt water beter vast voor droge tijden én groen geeft verkoeling tijdens hete dagen.Helmondse tuinexperts laten je zien dat een groene tuin helemaal niet moeilijk is of veel tijd kost. Ze delen graag hun tips waar je makkelijk mee aan de slag kan. Ook als je geen groene vingers hebt.

Deel 2 van de serie die Marianne van Rooden schreef met veel tips voor een onderhoudsarme, groene tuin.

Deel 1 van Groene vingers gemist? Lees het bericht hier!

ALOG_Embleem_Tekengebied 1 kopie 2

Afgebakende plantvakken

Cortenstalen bak met siergrassen

Iets verhoogde of duidelijk afgebakende plantvakken (bijvoorbeeld als openingen in de bestrating) zijn gemakkelijk bij te houden. Er hoeft steeds maar een stukje aangepakt te worden wat snel klaar is. Opzien tegen het bijhouden van ‘de hele tuin, pffff’ is niet meer nodig.

Mulchen

Dit is heel belangrijk en hoort bij een goede voorbereiding op het groeiseizoen. Doe dit goed en je hoeft bijna niets meer te doen.
Mulchen is het aanleggen van een laag organisch materiaal van ongeveer 5 cm dik op de bodem rondom de planten in het voorjaar. Deze laag houdt het water in de bodem vast, onderdrukt onkruidgroei, voedt het bodemleven en daarmee de planten. Bemesten is dan vaak niet nodig. Leg bij twijfel in het voorjaar een dunne laag organische mestkorrels onder de mulchlaag.
Eerst wordt er goed water gegeven, daarna volgt de mulchlaag. Deze bestaat bijvoorbeeld uit compost, cacaodoppen of houtsnippers, ook afgeknipte plantendelen kunnen gebruikt worden. De laag verteert langzaam en wordt ieder voorjaar aangevuld.

Plant een boom en blijf koel

Er is een boom voor iedere tuin. Bomen van een meter of zes hoog zijn voor de meeste tuinen wel geschikt. Bij een keuze voor de natuurlijke groeivorm hoeft er niet gesnoeid te worden.
Plant hem het liefst in een plantvak en wel zo dat je zelf in de schaduw ervan kunt zitten (niet de buurman!). Blijf twee meter van de erfgrens, zet er de tuinset of een ligbed onder en je hebt een heerlijk koel plekje. Een boom onttrekt warmte aan zijn omgeving en gebruikt deze voor verdamping van water via het blad. Daarom geeft een boom meer koelte dan een parasol. Strooi in de herfst het afgevallen blad tussen de beplanting als aanvulling van de mulchlaag.

Bomen die aantrekkelijk zijn voor insecten en/of vogels vanwege hun bloei en later de vruchten (en die dus wat meer opruimwerk geven):

Sierappel

  • sierappel, sierkers en sierpeer
  • lijsterbes

Bomen die minder werk geven:

  • Amelanchier lamarckii (krentenboompje)
  • Koelreuteria paniculata (blazenboom)
  • Cercis siliquastrum (judasboom)
  • Cercis canadensis ‘Forest Pansy’
  • Cercidiphyllum japonicum (katsuraboom)
  • Cornus mas (gele kornoelje)

Judasboom

 

Lees hier meer Groene Tuin Tips